Roofvisblogs

Welk materiaal je nodig hebt, ligt er natuurlijk een beetje aan waar en op welk type water je vist. Vis je op een rivier met veel stroming en vanaf een krib, dan is een hengel van minimaal 2,40 meter nodig maar liever zelfs 2,70 meter met een werpgewicht van 10 tot 40 gram. Een krib loopt onder water namelijk nog door en je moet dus over de stenen van de krib heen vissen. Met een kortere hengel zit je dus sneller vast en verlies je meer kunstaas.

 
Vis je op een kanaal, dan volstaat een hengel van 2,40 meter met een werpgewicht van 7 tot 25 gram.
Dit in combinatie met een molen van 2500 tot 4000 serie met daarop een gevlochten lijn van 10/00 of 12/100 en een voorslag van fluorcarbon, dikte 30/100 tot 40/100.

Snoekbaars vang je goed met shads, pas de grootte van je shad een beetje aan op de aasvis wat er zwemt op het moment dat je gaat vissen. In de zomer is de aasvis kleiner dan in de winter. Het kan dus zijn dat je in de zomer goed vangt op shads van 5 tot 10 centimeter, maar dat je in het najaar en de winter beter vangt op shads van 10 tot 16 centimeter.
Pas je gewicht van je kunstaas aan, aan de stroming van het water. Stroomt het niet zo hard, dan zou je dus met 7 tot 10 gram kunnen vissen. Is de stroming sterk, dan kan het nodig zijn om een gewichtje tot wel 20 gram te gebruiken en misschien nog wel zwaarder.

 
Ook pluggen kunnen prima gebruikt worden. Op de rivier is het soms de key om een ondiep lopende plug langs de krib te vissen of door het kribvak. Neem dan een (drijvende) plug die maximaal 1 tot 1,5 meter diep loopt.
Op kanalen is het bij de kant vaak al snel dieper, dus daar kun je (zinkende) pluggen gebruiken die dieper lopen, bijvoorbeeld 1,5 tot 3 meter diep.

De snoekbaars is een lichtschuwe vis. Vis je op een zonnige dag, dan kun je verwachten dat de snoekbaars dieper of op een schaduwplek zit. Gooi je kunstaas eens onder een brug. Vis je in de ochtend of in de avond kun je rustig wat ondieper water bevissen, vooral in de perioden dat de aasvissen ook ondieper zit. Ook troebel water vindt de snoekbaars fijn. Door het goede zichtvermogen zien ze ook dan nog genoeg om te jagen.
Bekijk het oog van een snoekbaars eens bij daglicht, ze worden niet voor niets “vadertje glasoog” genoemd.

Vis je op de rivier, dan is het vaak een goede keuze om langs de stroomnaad te vissen. De stroomnaad kun je herkennen aan een streep op het water. Aan de ene kant van die streep stroomt het, aan de andere kant van de streep stroomt het minder hard of zelfs bijna niet. Dit is een plek waar de aasvisjes in de problemen raken en de roofvis - dus ook de snoekbaars - ligt te wachten op een makkelijke prooi. 

Vis je in een kanaal, zoek dan plekken op waar het stroomt of waar iets diepere kuiltjes te verwachten zijn. Denk hierbij aan sluizen, maar probeer ook altijd de bruggen. Zoals eerder gezegd, de snoekbaars houdt niet van licht en onder een brug is het altijd donkerder. Ook boten die langs de kant aangemeerd liggen geven schaduw in het water en zijn dus altijd het proberen waard.